Aan Wal

Titel
Aan Wal

Jaar
1932

Overig
1ed

Pagina's
245



39

Nu was eigenlijk de gelegenheid gekomen om te zeggen: jawel, er bestaat wel bezwaar, — ik hoor hier niet thuis, — het is hier zoo heel anders dan bij ons op het schip, — laat me nou maar weg gaan, want ik durf niet...

Maar ze zei niets. Ze was veel te verbouwereerd. Ze kon niets anders doen, dan knikken, en zeggen: „Goed, mevrouw,” en opstaan en over het zachte kleed naar de deur loopen, en nog eens zeggen: „Dag mevrouw.”

Mevrouw had op een belletje gedrukt, en nu kwam het deftige meisje weer, en bracht haar door de gang naar de deur. En aldoor dacht Jantje verslagen: „ik hoor hier niet, ik hoor niet bij dat meisje ook, en toch kom ik hier.”

„Nou?” vroeg het meisje, half fluisterend, bij de deur.

„Ik moet Maandag over een week hier komen,” bekende Jantje.

Het meisje proestte even.

„Jij? Net of ze geen ander kon krijgen.”

„Ik kan er niets aan doen,” verdedigde Jantje zich zwakjes.

„Hoe heet je?” vroeg het meisje, nog giechelend. „Ik heet Meta.”

„Jantje.”

„Nou, Jantje, tot ziens!”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.