23
storven was, en toen was ze hier bij haar broer, — dat was vader, — gekomen om hem te helpen. Want Jantje was toen nog veel te jong geweest, om de huishouding te doen...
Toen vader en Bart alweer aan wal waren, en Jantje de boel van het eten stond af te wasschen, begon ze voorzichtig:
„Nou heb ik u nog niet eens verteld, wie ik gesproken had.”
Tante was veel te blij, dat ze weer gewoon kon praten. Ze was er straks zelf stil van geweest, en dat was niets voor haar om lang vol te houden.
„Wie dan?”
„Meester. Mijn meester van vroeger.”
„Nou, en?”
Tante kon niet goed begrijpen, wat daar nu voor bizonders aan was. Haar eigen schooltijd was ze al lang vergeten, — tenminste, ze moest zeker wel school zijn gegaan, want ze kon lezen en schrijven, — en ze geloofde niet, als ze een meester zou hebben ontmoet, en ze zou hem herkend hebben, dat ze daar erg blij mee zou zijn geweest.
„Nou en? 't Was fijn natuurlijk.”
„Wat zei die dan?”
Jantje's handen stonden even stil. Ze dacht zich weer in, hoe eenig het was geweest zoo straks.
„O,” zei ze langzaam, na-genietend, „hij her