i6
Hier was Bart natuurlijk niet bij; die kwam pas met de vierde er uit. En Meester Bos, met welke klas zou die komen? Gek, dat was nou haar eigen meester, en ze wist niet eens, in welke klas hij was.
Daar had je de vierde al. Goed kijken of Bart er bij was. Want daar was het toch eigenlijk om begonnen. Kijken... kijken... daar was Henkie van het schip hiernaast, daar was één van die kleine meisjes van vijf schepen verder... daar had je Bart! „Bart! Dag!” riep ze opgewonden.
Bart keek verbaasd om, toen, eerst met een kleur van verrassing:
„Jantje? Gom, zeg!”
Maar het volgende oogenblik geneerde hij zich dood, dat z’n zusje daar bij school stond, en hij fluisterde haar haastig in:
„Zeg, ik ga niet met je mee naar huis, bèn je? De jongens zouden vragen of ik een meisje geworden was!”
Als Jantje niet eigenlijk om Meester Bos gekomen was, zou het haar erg hebben teleurgesteld. Nu lachte ze alleen maar een beetje, en zei luchtig: „Nou, goed. Ik kom zoo meteen wel.”
Bart wou nog vragen: „Waar wacht je op?” — maar hij had geen tijd, want anders liep het in de gaten bij de andere jongens, en dan had je het aan de gang!