Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



mei, die in de bedden moet worden weggestopt. Ze zal ook in de rij gaan staan, als er straks eten moet worden gehaald; als vader en moeder dan tussen de middag van hun werk komen, heeft ze hun eten misschien al gekregen. Dat zijn allemaal dingen, waardoor ze niet eens naar school zou willen gaan.

Gisteren en eergisteren, toen heeft ze alles nog met moeder samen kunnen doen. Dat was maar goed ook, want als ze zonder moeder al dat vieze en vreselijke voor ’t eerst had gezien . . . Toen ze in het washok kwam, waar alle vreemde vrouwen zich helemaal wasten, toen heeft ze moeder aan haar mouw getrokken en ze heeft gezegd: „Moeder, - toe, ga mee ergens anders!” Maar moeder heeft tegen haar gelachen en heeft gezegd: „Dommerd, -er is niet ergens anders!” En toen heeft ze het begrepen en heeft zich ook uitgekleed en zich gewassen onder één van de kranen, vlak naast een grote, dikke vrouw., Ze heeft strak naar haar kraan gekeken en naar zichzelf, maar al keek ze niet om zich heen, ze voelde de vrouw naast zich, en dat was even erg.

En later, toen ze de w.c, zocht, heeft moeder haar meegenomen naar een houten huisje, en dat was nog veel erger dan het washok. Daar waren een boel vrouwen tegelijk en je moest tussen die vreemde vrouwen gaan zitten. Het rook er zo vies, dat ze helemaal misselijk werd. Ze huilde tegen moeder aan en ze riep: „Ik kan dat niet! ik kan dat niet!” Maar ze moest het kunnen. Er was een oud vrouwtje, dat vond het even erg als zij: dat zuchtte en riep God aan, dat Hij deze schande moest zien en straffen. Maar hoe kun je nu God aanroepen, als alles om je heen zó vies is? Hoort Hij je dan wel? Kan Hij je wel horen, als in de andere helft van het huisje, die door een rieten gordijn van deze helft is af geschut, mannenstemmen hardop met elkaar praten? Als het zó vies ruikt en als je je zó schaamt, is God ver van je weg.

Nee, als moeder er die eerste keer niet bij was geweest, had ze het niet uitgehouden. Ze weet zelf niet precies, wat dat is: niet uithouden. Ze denkt aan hard tegen het prikkeldraad op lopen, - aan bloeden, - leegbloeden en doodgaan. Maar nu er al meer dan een dag overheen is gegaan, denkt ze niet meer aan zulke erge dingen. Ze gaat naar het houten huisje en ze wast zich in het washok en ze kijkt niet en denkt niet. En ze maakt de bedden van hun drieën op en ruimt de rommel weg en ze verlangt heftig

104

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.