Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



vanmorgen heeft geroepen en wat er vandaag gaat gebeuren. Hij vergeet, dat ze voor ’t laatst in hun eigen kamers en hun eigen dingen zijn en dat ze eigenlijk verdrietig zouden moeten zijn. Overal liggen nu snippers en oude lapjes en stukken krant; de kleintjes hebben geweldig plezier en hijzelf ook. Hij gaat op een ogenblik waarin de kleintjes nog ernstig en ijverig bezig zijn, rechtop staan met de handen in de zakken en zucht voldaan. „Wat een rotzooi!” zegt hij bewonderend.

Het zusje kijkt op, fronst de wenkbrauwen en zegt met een braaf, zuinig mondje:

„Ai, vader, hij zegt rotzooi! Dat mag je niet zeggen, hè vader?” En dan, met een blik op de aangroeiende rommel:

„Maar we zitten in wat hij zegt, hè vader?”

Ja, en dan komt het ogenblik, dat er heel hard gebeld wordt. Ze weten wat het is, want vandaag komt geen Jood en geen niet-Jood zó maar bij hen aan de deur.

Het zijn twee groenen. Ze tellen de mensen en kinderen, vragen de papieren en schreeuwen, dat ze in vijf minuten klaar moeten zijn. Als het langer duurt, zullen ze de boel wel voor ze de trap af gooien, zeggen ze; dan is het gauwer beneden. Al wat ze zeggen, schreeuwen ze; ze kunnen niet anders.

Op straat, - ieder, behalve de baby, draagt een rugzak, en moeder duwt de kinderwagen, waar baby’s naam en verjaardag op geschilderd staan, en vader en hij dragen de wieg tussen zich in, die vol is met luiers en kinderkleertjes, maar vader draagt nog een zware koffer, - op straat zijn alle Joodse buren en kennissen bij elkaar, allemaal zwaar bepakt. Ze zeggen niets, kijken elkaar alleen aan en in hun ogen staat, wat ze met de mond niet mogen zeggen. Je hoort alleen het schreeuwen van de groenen en een enkel kind, dat zachtjes huilt.

Ze worden in een tram gestopt. De rugzakken en koffers blijven op straat liggen; die zullen wel worden nagestuurd, als de namen er tenminste op staan. De kinderwagen blijft ook achter; baby ligt nu op haar eigen kleertjes in de wieg, die vader en moeder op de bank van de tram tussen zich in hebben gezet. Het is heel grappig om weer in de tram te zitten; hoe lang hebben Joden al niet meer mogen trammen?

99

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.