geen minuut eerder mocht gaan dan je gedwongen werd. Ze is achtergebleven, gehoorzaam, en ze heeft bij vreemden gewoond. En nu ze gehaald is, heeft ze het gevoel, dat ze eindelijk mag, de anderen achterna.
In de schouwburg is het voor haar alleen een wachten op het vertrek. Niet ongeduldig, - o nee, ze zal de reeks van gebeurtenissen ondergaan, zoals de anderen die hebben ondergaan. Ze staat blank tegenover het eigen lot, sinds ze de enige eigenmachtige ingreep, - mee te gaan met de anderen, - heeft moeten nalaten. Voor zichzelf is ze rustig.
Maar wat in de loop van de lange dag een onrust in haar doet groeien, beklemmend, overheersend, dat is: wat ze om zich heen ziet en wat ze beschouwt met de ogen van vader en moeder. Die zijn hier geweest en hebben de zorg gehad voor de jongere kinderen; die zijn bezeerd geweest door het geweld om hen heen; die hebben de angst gehad voor wat verder kwam, om de kinderen vooral; die hebben het verdriet gehad om wat ze achterlieten, moeders gezin, vaders zelf-opgebouwd werk. Die zijn van hier weggegaan, maar hun donkere gedachten zwerven hier nog rond en beklemmen dit kind, dat om zichzelf geen donkere gedachten hoefde hebben.
In die beklemming staat ze open, - te open, - voor wat de mensen om haar heen ondergaan. De ouderen, - niet die zo jong zijn als zij. Tegen de avond, als de mensen hun bezittingen bij elkaar pakken en gejaagd zijn en geprikkeld, of dof en geslagen, groeit in haar een opstandigheid tegen deze vernedering en dit onrecht, zoals ze in die maanden van toenemende verdrukking nog niet heeft gekend. Zelf heeft ze weinig bezittingen te vergaren; ze heeft maar weinig meegenomen, omdat ze niet beladen wil zijn en omdat ze zich met weinig redden kan. Maar ze ziet de vracht, die de moeders van grote gezinnen te verzorgen hebben, en weer denkt ze aan wat vader en moeder moesten pakken en wat ze achtergelaten hebben.
Dan begint de uittocht. De groenen schreeuwen en jagen; ze hebben zo’n haast, alsof een verschrikking ze vervolgt, en toch zijn zij het, die vervolgen. Misschien weten ze niet, dat ze vervolgen en geloven ze, vervolgd te worden.
Zij staat rechtop met haar lichte vracht en ziet de gebogen rug
89