Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



vinden; hoe zal hij het kindje aan treffen, dat al twee voedingen niet heeft gehad en misschien nooit zijn moeder terug zal krijgen?

Ze heeft het maar pas gekregen: tweeëneenhalve week geleden. Het is zo klein alsof het gisteren geboren is en het huilt veel. Het zal zeker doodgaan, nu het alleen in huis ligt en niet gevoed wordt. Misschien is het wel goed voor het kindje als het doodgaat, want het is een sterrekind en het zal nog veel meer moeten huilen dan het tot nu toe gedaan heeft. Maar ze heeft er negen maanden naar uitgekeken en het heeft zich in vele uren een weg gebaand naar het leven; ze had het zo graag willen houden en groot zien worden en moeder horen zeggen. Dat is toch niet zovéél gevraagd, als je er negen maanden op hebt gewacht en het in wilde pijn de doortocht naar het leven hebt gegeven? Dat mag toch niet allemaal voor niets zijn geweest? Als de dofheid van haar wijkt, staat ze op van haar stoeltje en zoekt naar iemand, die haar misschien kan helpen. Ze ziet een helpster langs gaan, die ouder is en er als een moeder uitziet. Eentonig, als een lesje, zegt ze het:

„Mijn kindje is tweeëneenhalve week. Ik: ben vanmorgen voor ’t eerst van huis gegaan en ze hebben me gepakt. Er is niemand thuis. Om twee uur moet ik het voeden.”

Ze vraagt niet, of de vrouw haar wil helpen. Ze huilt niet. Ze somt alleen op, wat er is.

De vrouw is zelf moeder geweest. Ze ziet het kindje in het lege huis en ze weet, dat ze nooit in haar leven meer rust zal kennen, als het haar niet lukt, dit kraamvrouwtje naar huis te sturen. Dan begint de lange dwaaltocht van de oude en de heel jonge vrouw, door de schouwburg, langs al de velen, die zouden willen helpen en er de macht niet toe hebben.

Tot ze een machtig uniform haar vraag voorlegt, die een bevel is, een dwingend bevel. Dan strekt zich de macht van het kindje in het lege huis uit over wat daar omhuld is door groen met zilveren strepen. Hij luistert naar het dunne, pasgeboren geluid van een hongerig mensje in een verre straat.

„Ja,” zegt hij. „Ze kan gaan.”

Als de jonge moeder het papier in haar boodschappentas heeft, dat haar dwars door de wilde jacht zal geleiden, brengt de oudere

86

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.