praten ze kalm en verstandig met haar en kalm en verstandig praten is nog weer erger. Ze zeggen iets van eigen bestwil. Haar hele leven is tot nu toe kapot gegaan aan eigen bestwil, - maar dat kan ze ze immers niet uitleggen!
Dan komt er een nacht, waarin ze uit hun huis worden gehaald met een S. - ondanks alle dubbele Z’s. Ze weten niet waarom en de man, die ze haalt, weet het ook niet, zegt hij. Ze hebben geen rugzakken klaarstaan, omdat ze zó veilig waren, dat een rugzak niet nodig leek. Ze krijgen een kwartier om te pakken. Een kwartier is niet veel, midden uit de slaap, als je je voor een winter in Polen moet kleden en wat eten mee wilt nemen. Als ze in de verduisterde nacht op straat staan, weten ze, dat ze de nodigste dingen hebben vergeten; maar terug mogen ze niet.
En zij, - voelt een vreugde, die alle schrik en alle ellende overstraalt en waar ze nooit met iemand over zal spreken. Dat het nu toch gekomen is, - dat er nu niet meer aan alle kanten gezorgd en opgepast kan worden, - dat er geen achterweggetje meer mogelijk is, - en vooral: dat ze weggaat, ver weg van het dagelijks gangetje van huis naar werk, van werk naar huis. Het hindert niet waarheen. Ze hoeft niet meer af te wachten, wat komen zal, want het is gekomen.
Ze schaamt zich voor deze vreugde, die ze als een zonde voelt. Tussen de vele zwijgende, zwaarbeladen Joden, die met hen in een nachtelijke tram geduwd worden, voelt ze zich bevrijd en alleen. Kon ze het de anderen maar zeggen hoe goed het is, niet meer op het gevaar te hoeven wachten! Niemand zal het kunnen begrijpen.
In de vieze, bedompte Schouwburg, die hun gevangenis wordt, wachten ze om verder te worden gestuurd. Zij, wier geval onherroepelijk is, worden de volgende dag al in een tram gestopt, die hen naar het station brengt. Maar haar geval, het geval van vader en moeder, is niet onherroepelijk. Er wordt gewerkt, onderzocht, invloed geoefend. De dagen en nachten in de bruisende mensenmassa, die slaap noch rust kent, vormen al haast een week.
De vreugde en de be vrij ding hebben haar al lang verlaten. Wéér wegen, die gezocht worden, - wéér beveiliging naar alle kanten. Zal ze nooit worden als anderen, die gehaald worden en
42