Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



kinderen vroeg voor uit hun slaap halen, al komt de inspectie meestal later dan er gezegd is of helemaal niet, - gaan alle bedjes van hun plaats en wordt er geplensd en gedweild en bedjes strak opgemaakt. De kinderen mogen niet spelen en bij het eten niet morsen, anders is alle drukte voor niets geweest. Je zou ze soms door elkaar willen rammelen, als ze zo’n pas-schoon bedje weer vuil maken, vlak vóór de inspectie verwacht wordt. En als de inspectie dan eindelijk komt, schuif je stilletjes naar het bedje van je lievelingetje toe en neemt het in je armen en doet er lief tegen. Je kunt het altijd wel zó uitmikken, dat de inspectie naar je kijkt; die zegt dan wat aardigs tegen je en onthoudt, dat je zo lief met kinderen bent. Dat kan nooit kwaad.

Het is uit te houden, dit werk. En je hebt oude rechten in dit kamp, omdat je al langer hier bent dan de andere kinderen, dus je zult ook wel niet doorgestuurd worden. Daar komt het immers op aan: meer krijgen dan een ander, - meer opvallen dan een ander, - en niet doorgestuurd worden.

De kleintjes weten het niet, dat het daar op aan komt. Ze zijn weerloos tegen macht, onrecht, verraad en bevoorrechting van enkelen. Hun weerloosheid heeft ze hier gebracht. Hun enig verweer is de klacht in hun ogen. Maar de vliegen zien die klacht niet, en het jagende zand en de rondwarende ziekten zien de klacht niet, en deze grote meisjes, wier vergroeide wezen zélf een aanklacht is tegen de wereld, waarin ze zijn geboren, zien de klacht ook niet. Daarom is hun weerloosheid zo volkomen.

O, maar ze zullen zich wreken! Of ze nog leven of niet, - ze zullen zich wreken! Ze zullen de kreet uit hun tandeloze mondjes niet laten zwijgen, de klacht uit hun wijdopen ogen niet laten verduisteren, tot het einde der dagen! Géén rust zal er zijn voor die dit bedreven, - géén vrede voor die zuigelingen uit hun koesterend huis sleepten en samensmeten op één dodelijke hoop, - géén rust, géén vrede, zolang de nagalm van die kinderkreet, de weerschijn van die ogenklacht niet tot zwijgen is gebracht. Ze zijn machtig, deze weerlozen. Hun macht reikt tot het eind van de wereld, - tot in de eeuwigheid.

123

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.