der en moeder en de kinderen alleen maar één ogenblik naar haar mogen komen kijken en dan worden weggestuurd. Ze onthoudt alleen moeders angstig, verschrikt gezicht, dat telkens, die hele nacht door, in haar herinnering op zij wordt geduwd door het gezicht van de oude vrouw, die doodging, een hele dag lang.
Als vader en moeder de volgende avond weer bij haar mogen komen, en ze wit en moe op ze neerkijkt van haar bovenbed af, heeft ze de moed niet meer te vertellen van gisteren.
Wat zou ze moeten vertellen? Misschien weten ze niet eens, dat dat bestaat: een dag lang doodgaan. Laat ze maar, - laat ze maar geloven, dat het niet bestaat. ..
Transportnacht
Het is niet de moeite waard geweest, haar nog naar de kinder-barak te sturen; als ze tóch binnen een week wordt doorgestuurd en ze is al veertien . . .
In de kinderbarak zijn allemaal kinderen, die zonder vader of moeder zijn. Ze noemen het „weeshuis”, maar de meeste kinderen hebben wel een vader of moeder, alleen ze zijn niet hier of ze kunnen niet voor ze zorgen. Soms zijn de ouders en het kind apart ondergedoken geweest en liet kind is alleen gepakt en hier gebracht; soms zijn de ouders al lang naar Polen en hadden eerst het kind verstopt, maar nu is het gepakt; soms hebben de ouders het kind al vóór de oorlog naar Holland gestuurd, van Duitsland uit, en nu weet het kind al lang niet meer, waar ergens in de wereld zijn ouders zijn, en óf ze nog in de wereld zijn; soms zijn de ouders eerder gepakt dan het kind en al doorgestuurd; soms ligt de moeder alleen maar in de ziekenhuisbarak, omdat ze ziek is of omdat ze er een kindje krijgt, en er moet toch iemand voor het kind zorgen; soms zijn het werkelijk weeskinderen, zolang ze zich herinneren, en dan weten ze ten minste, wat er is met hun ouders . . .
Maar als je binnen een week wordt doorgestuurd en je bent al veertien, dan is het niet de moeite waard. Vader en moeder en de andere kinderen zijn al lang naar Polen, maar haar hadden ze niet gevonden, omdat de kast, waar ze zich in verstopt had, een
116