trein hebben ze natuurlijk niet kunnen inpakken; dat was te groot en te zwaar. Maar het locomotiefje is toch het voornaamste!
Moeder kijkt triest naar vader: waar zal de jongen met een locomotiefje kunnen spelen? Op het bed? In de zandwoestijn? En verder: in Polen?
Maar de jongen weet alleen, dat het zijn bezit is, zijn speelgoed, en dat de buren in hun huis zijn gegaan om zijn locomotiefje te halen. Hij tast verder in de doos of er nog wat in zit. Op de bodem ligt een zakatlasje van Nederland. „O!” roept hij verrukt. „Mijn eigen atlasje! Hoe hebben ze het gevonden!”
Hij zal nooit weten, hoe ze het gevonden hebben: hoe ze voorzichtig, alsof het een inbraak was, zijn doorgedrongen en hoe er tenslotte toch een dreigend geluid was, alsof ze in hun werk zouden worden overvallen; hoe ze toen maar gegrepen hebben, blindweg, in het slordige jongenskastje en een atlasje in de hand hadden, vóór ze langs verborgen wegen wegslopen.
Wat hij weet, is: nu kan hij reizen waarheen hij wil, zonder marechaussee, die van de wachttoren uit hem het kamp ziet verlaten, - zonder reisverlof -, zonder geld.
Hij kan op zijn buik in zijn bed gaan liggen en door heel Nederland reizen, - als er tenminste genoeg licht in zijn bed valt, langs alle hoge bedstellen tussen hem en het raampje. Och, maar misschien is er morgen geen zandstorm meer en dan kan hij buiten gaan zitten, tussen de barakken of ergens bij de rand van het kamp, - dan heeft hij genoeg licht om naar het kleinste dorp in Zeeland te reizen, - overal heen, als het maar ver van Drente is en van het kamp.
En nu, nu er haast geen licht meer in zijn bed valt, nu kan hij met zijn locomotiefje spelen. Avondboterham? Roggebrood met boter, door moeder al voor hem klaargemaakt van wat uit de pakjes kwam? Komt later wel in orde, - of geef maar hier, dan kan hij het onderdehand wel eten. Er is geen ruimte om het locomotiefje te laten rijden.
Wat hindert dat? Het is zijn eigen speelgoed en hij zal het laten werken hoe hij wil.
Hij ligt op zijn rug in zijn bed, twee hoog. De veer is opgewonden. Het ondersteboven liggende locomotiefje laat zijn wiel
113