Sterrekinderen

Titel
Sterrekinderen

Jaar
1946

Druk
1986

Overig
10ed

Pagina's
208



Kinderlijckje

We hebben mijn vader tot het hek mogen brengen. Twee mannen hebben hem, wit toegedekt op de baar, gedragen; het is hun werk, vele keren per dag, - hun werk, waardoor ze niet naar Polen worden gestuurd.

Wij liepen erachter, tot het hek openging en de twee mannen met hun last doorliet. Mijn vader ging de vrijheid in, maar voor ons sloot zich het hek.

Och, hij heeft de dood vriendelijk ontvangen; hij heeft geweten, dat alleen de dood prikkeldraad en hek kan ontsluiten. Deze ruimte, deze vrijheid heeft hij in de dagen van zijn ziekte al toegeknikt en nu ze zich voor hem openen, heeft hij ze blij begroet. Wij staan tegen het gesloten hek geleund, beperkt en beknot, en zien hem na. Wat met zijn lichaam gebeurt, is het geheim van het stenen huisje daar in de verte ; wat met zijn wezen gebeurt, zullen we ons hele verdere leven blijven weten en begrijpen: het goede, dat onvergankelijk is.

Nu zit ik geleund tegen de muur van de ziekenhuisbarak en probeer het netwerk te ontwarren van leven en dood, van gevangenschap en bevrijding. Ik probeer het leven zo vriendelijk te ontvangen als mijn vader de dood heeft ontvangen; want nu ik de dood in al zijn mildheid heb ontmoet, is het moeilijk, me weer tot het leven te wenden.

Het pad tussen de ziekenhuisbarakken is druk begaan, al is er geen bezoektijd. Het trekt langs mij heen en ik zie het niet. Ik zie mijn vaders lief gezicht; ik zie mijzelf op de drempel staan van de vrijheid en ik zie een hek, dat zich voor me sluit. Ach, vader, maar dat is geen afgunst, - dat weet je toch wel? Je hebt toch altijd alles geweten, zonder clat ik het hoefde uitspreken?

Het enige, wat ik herken van de werkelijkheid op het pad tussen de ziekenhuisbarakken, zijn de twee mannen, wier werk het is, een baar te dragen. Ze komen terug en de baar is leeg. Het hek heeft ze weer binnengelaten; zij mochten niet buiten blijven.

En als de beweging op het pad weer verwaast, staat er langzaam en bevrijdend, een groter werkelijkheid in me op: niet de dood hoeft prikkeldraad en hek te ontsluiten, - het eigen wezen,

110

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.