De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



Maria kwam weer binnen.

„Waar is Atie?” vroeg Car.

„Ik heb haar naar bed gebracht. Zie was erg slaperig.”

„Is Siem op school?”

„Ik heb hem niet kunnen halen van school,” zei Maria schuldig, „om Joop en Atie.”

„Gelukkig, dat hij nog op school is,” dacht Car. „Hij is nog zo klein.”

Een weeë angst kroop in haar op om Siem, die het sterkst aan Leo hing, — hoe die hem zou kunnen missen. En Leo’s oud moedertje, — wat moest er nu met haar! Ze hield van Leo het meest van al haar kinderen.

Wat moesten ze allemaal zonder Leo. Zijzelf, — o, zij was de enige die wist, dat hij niet dood was. Hij zou achter haar staan en haar helpen. Maar al die anderen, die hem niet konden missen...

Siem, dadelijk van de voordeur, met de jas nog aan, stormde heftig huilend op haar toe.

„Is dat waar, moeder?”

„Ja,” zei ze. „Kom hier.”

Hij kroop op haar schoot, klein kereltje van zes, duwde zijn donkere kop tegen haar schouder.

„Wie heeft het je verteld?” vroeg ze, met een plotselinge woede tegen wie dat gedaan had.

„Frits z’n moeder,” — tussen de snikken door. „Maar ik dacht dat het niet waar was.”

Ze wou wel maken, dat het niet waar was. Hij was toch veel te klein voor dit verdriet. Dat hadden


10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.