De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



om het de warmte van haar lichaam in de verlamde leden te gieten. Ze legde het hoofd met de warrige vlechtjes op haar schouder, en dodeinde zachtjes, zonder dat ze het wist. Mientje had de ogen half-open en kreunde soms even.

Boven haar hoofd hoorde Car regelmatige stappen. Ze wist, dat het Ab was, op zijn studeerkamer. Heen en weer. Niemand die hem tot staan kon brengen. Niemand die hem kon helpen. Zijzelf, — zij had hem weggejaagd. Nee, — het kind. Hij was gevlucht voor het kind.

Tussen de gordijnen door viel een smalle streep aarzelend daglicht. De nacht was voorbij. Car voelde het als een oneindige verlichting; alsof een ban gebroken werd. Ze strekte een arm uit naar het gordijnkoord, om het licht binnen te laten, maar trok hem dadelijk weer terug. Hier mocht geen daglicht naar binnen. Hier was Til gestorven. Vannacht.

Haar voet ging slapen van het zware kind op haar schoot. Lang kon ze zo niet meer blijven zitten. Lang kon ze dit alles niet meer uithouden: de stappen boven haar hoofd, het buitengesloten daglicht.

„Mientje,” zei ze zacht.

Het kind, dankbaar weggegleden in halve bewusteloosheid, hief het hoofd op met verschrikte ogen.

„Mientje,” zei ze weer, „zal ik je nu naar je bed brengen?”

Ze schudde het hoofd.

„Ik ga niet naar bed.”



87

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.