De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



er was geen woord, dat haar reddend ingegeven werd, — geen woord, dat door kon dringen tot zijn verwilderde wezen.

En terwijl ze, de kin in de handen, hem volgde met de ogen, vroeg ze zich af, wat ze hier eigenlijk dééd. Ze voelde zich langzaam versuffen, — wat kon ze dan nog! Zijn kreten maakten haar murw, verlamden haar. Wat moest ze hier!

Toen, plotseling, buiten haar wil om, stond ze met een ruk op, die haar verdoving verbrak. Ze stond rechtop tegenover Ab, stuitte hem in zijn eindeloze gang. Ze leek groter dan ze was, en haar ogen flitsten fel.

„Stil!” schreeuwde ze, totaal onbeheerst. „Onmid-dellijk stil! Ellendige egoïst! Omdat Til nu rust heeft, — alleen maar jammeren om wat jij zelf mist! Je moest je schamen! Je moest je schamen! Als je niet onmiddellijk stil bent...”

Ze brak middenin af, uitgeput. Ze wist niet, dat haar gezicht nat was van tranen. Ze voelde meer dan ze zag, dat Ab stil was blijven staan, een verslagen, gedoken figuur. Als iets plotseling tastbaars hoorde ze de stilte, na haar eigen schelle stem, na Ab’s kreten.

Toen kwam, van heel ver, toonloos:

„Je hebt gelijk.”

Hij zat nu, zijn gezicht wezenloos verslapt. Car begreep opeens niet meer, hoe ze dat had kunnen doen daarnet, — hoe ze hard en wreed had kunnen zijn tegen zoveel ellende.



84

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.