De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



HOOFDSTUK VII

Zó ontredderd had Til hem niet mogen achterlaten, zó volkomen radeloos.

De onmacht, om hier iets te verlichten, sloeg verlammend neer op Car, toen de dokter en de verpleegster het huis verlaten hadden. Ze zat ineengedoken in een stoel, en volgde Ab met angstige blikken, hoe hij getergd heen en weer liep en zinloos en rauw riep om Til.

O, als Til hier gezeten had, zij had wel geweten, wat ze doen moest! Zij, zo beslist en actief. Maar Car, ineengeschrompeld tot niets, alleen maar willoos toeschouwster, — wat kon zij hier uitrichten?

Als een dreiging wachtte haar nog: dat Mientje het moest weten. Mientje, die boven sliep, en niets wist. Mientje, die altijd volkomen gesteund had op Til’s gerede hulp, — die een week en schuchter wezentje geworden was, omdat ze zelf niet hoefde zorgen en handelen. Mientje, voor wie Car heimelijk gehoopt had, dat het nieuwe kindje van Til een grote verandering zou brengen. Straks zou het dag worden, en Mientje zou opstaan, en dan zou ze het moeten weten.

Als ze eerst maar Ab tot rust kon brengen! Maar



83

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.