De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



„Maar Car, zo’n uitgever weet toch ook, hoe ’n bezig leven je hebt!”

„O, — de uitgever...”

Het beeld van Steuve dook voor haar op, en ze wist op dat ogenblik, dat hij het was, die haar dreef tot dit koortsachtig werk. Nooit zou hij het van haar verlangd hebben; daarvoor was hij een veel te levend mens. Maar de gedachte aan hem dreef haar voort. Misschien ook het verlangen, om een gedeelte klaar te hebben, en het hem dan zelf terug te kunnen brengen... Zó had ze gewerkt, vroeger, een hunkerend meisje nog, voor de lerares, die ze aanbad...

„De uitgever maakt geen haast,” zei ze. „Maar ik wil zelf graag.”

Ze dacht: „nu denkt Tine, dat ik het geld ervoor graag gauw heb,” en de oneerlijkheid daarvan stuitte haar zó, dat ze er gauw achteraan voegde:

„Ik wil zelf graag, omdat het zulk heerlijk werk is.”

Tine’s kleurloos gezichtje bloosde.

„Je moet niet denken, dat ik een bemoeial ben, hoor. Maar het is sinds dat werk zo anders geworden, — en je ziet er zo moe uit.”

Car keek in de spiegel. Was het aan haar gezicht te zien, dat haar oogkassen brandden van ’t weinig slapen? Want ze sliep weinig; als ze in bed lag, werkte het nog door in haar, dansten de noten, de strepen, de bogen voor haar gezicht, dacht ze vooruit aan de maten, die volgden. Ze wist, dat ze het in dit tempo niet lang vol zou houden, — maar wat



73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.