De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



dankbaarheid in zich boven komen om wat 2e voor Leo gedaan hadden, allemaal, — en tegelijk de onmogelijkheid om het te zeggen.

„Dank u,” zei ze tegen de zuster, die het laatst uit de auto ging, „voor alles.”

De zuster wendde zich af en huilde. Car zelf huilde niet; haar gezicht was ontspannen en stil, en ze ademde langzaam en oppervlakkig. Misschien vreesde ze, onbewust, dat er iets wakker zou worden in haar als ze sneller en dieper ademde, — en er mocht niets wakker worden, om Ientje niet, die haar melk moest drinken. Het was heus allemaal goed zo...

Toen ze voor hun huis stil hield, zag ze in een flits Leo’s naam naast de deur met de spreekuren er onder.

„Hoe moet dat nu,” dacht ze, „Leo’s naam is de naam van ons huis, — maar hij houdt geen spreekuren meer. Hij houdt nooit spreekuren meer.”

Ze wou wel in de auto blijven zitten, om niets wakker te maken. Maar de chauffeur deed het portier al open, had al aangebeld, en Maria stond al bij haar om Ientje aan te nemen, — Maria, met dikke, rode ogen.

„Dag Maria,” zei ze warm. Ze wou haar wel troosten, om die behuilde ogen.

Maar op zij, verdekt opgesteld, zag ze opeens een oud mensje, een patiënte van Leo, dat met felle oogjes nieuwsgierig loerde.

Met afkeer dacht ze: „Die wil zien, hoe bedroefd ik ben,” — en haar gezicht werd strak en hard als een masker.


8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.