De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



moest praten, — of alleen zijn. Praten met Leo.

Neen, ze kon niet naar huis. Nu nog niet. Ze kon niet naar de kinderen. Vrij zijn, — uitrazen in de lente-lucht.

Ze pakte een tram, die juist de tegengestelde richting ging van haar huis. Ze liet zich brengen tot waar de stad ophield. Daar liep ze dralend de weg op met de spaarzame huizen en de weilanden aan beide kanten.

Hier kon ze met Leo praten. Ze wist niet, waarom ze dit vóór alles verlangde: met Leo tot klaarheid komen.

Omdat het lente was, en haar hart, wijd en stuwend, uitging naar de hele wereld. Vroeger, toen Leo er nog was, kwam de lente over haar en ging haar hart, wijd en stuwend, uit naar Leo alleen.

Ze moest haar hart bewaren voor Leo. Als er meer zulke lente-dagen zouden komen, dan zou ze door de wereld gegrepen worden en afdrijven van Leo. Dat mocht niet. O God, dat mocht niet!

Dit was de derde lente, die over haar heen ging sinds ze alleen was. Maar vandaag leek het de eerste lente. De eerste keer, dat ze het gevaar van de lente voelde dreigen.

Kwam het door Steuve? Dat kon niet. Een oude man met een grauwe kop. Hij had iets in haar geraakt, — zoals vader iets in haar kon raken. Hij had Leo gekend, en hem niet vergeten. Hij had gevraagd, iets aan hem over te laten, hem te vertrouwen. En omdat ze zo lang niets had kunnen over



66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.