De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



hij opeens. „Weet je, dat het bij half één is?”

Ze sprong op.

„O, ik moet Ientje nog opnemen! Misschien is het al te laat! — Maar Flip, laten we een latertje ervan maken! Als ik Ientje heb opgenomen, ga ik sandwiches maken. Dan gaan we samen dekken en eten. Toe!”

Ze bedelde als een klein meisje. Hij, de oudere, voelde zich alsof hij tegenover één van z’n jongens stond.

„Vind je dat zó leuk, om in de nacht naar bed te gaan? En morgenochtend dan?”

„O, wat hindert dat voor een keer? Mijn avonden eindigen altijd zo... zonder eind. Omdat er niemand is, zie je. Ik wil het zo graag uitbuiten, dat je hier bent.”

Hij liep haar achterna naar de slaapkamer, waar ze handig en ervaren Ientje uit haar slaap opnam.

„Nog d’oog,” praatte ze kinderachtig. „Zoet meisje.”

In het schemerige licht zag hij het slaperige bolletje van Ientje, leunend tegen Car’s arm. Ze huilde even klagelijk om de gestoorde rust, maar toen het gewenste klaterende geluidje gehoord was, en Car haar had geprezen, kwam er een tevreden lachje op het baby-gezichtje, en zodra ze onder de dekens lag, sliep ze weer.

Hij zag het kind voor ’t eerst sinds verleden jaar, — sinds Leo gestorven was. Van een wiegekindje was het een klein meisje geworden, met zindelijk-heids-plichten al.


50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.