De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



dat Leo zo vroeg gestorven was. Hij stelde zich Coba voor met hun twee jongens, als ze zonder hem zou achterblijven, — en nu had hij er nog maar twee, en ze waren ouder dan Car’s kinderen. — Coba zou er bij kapot gaan, — zou zich niet weten te helpen. O, maar hij mocht niet doodgaan terwijl zijn jongens nog kinderen waren...

„Waar denk je aan?” vroeg Car met een glimlachje.

Hij haalde de schouders op.

„Ik weet het wel,” zei ze gelaten.

„Nee!” kwam hij abrupt, „dat kun je niet weten.”

„Jawel. Je dacht aan je eigen geval.”

Hij was te eerlijk om nee te zeggen.

„Hoe weet je dat?”

„Och,” glimlachte ze wijs en rustig, „ervaring. Er is niemand meer, die kan luisteren. Enkel en alleen luisteren, zonder te denken aan eigen dingen. Dat kan alleen... dat kon alleen... Leo. Omdat de eigen dingen van je man ook de eigen dingen van jezelf zijn, — daarom kan je man alleen luisteren, — en niemand anders.”

Hij probeerde te verzachten, te zeggen, dat het zó erg toch niet kon zijn, — dat er toch altijd nog wel mensen waren, die met hart en ziel haar noden méé-leden, — maar hij kon de woorden niet vinden, omdat hij wist, dat het de waarheid niet was. Hij, haar eigen broer, had veel gedachten aan haar gewijd, — maar altijd afdwalend, altijd vergelijkend met het eigen gezin.


43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.