De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



Ik had met de kinderen alleen moeten blijven.” „Maar Car, — als Leo was blijven leven, had je de kinderen toch óók niet alleen gehad!”

Car’s gezicht trok bezeerd.

„Praat toch niet altijd over Leo.”

En toen Bertha de schouders optrok:

„Laat me toch aan mijn lot over. Laat me toch in mijn eigen huis besluiten, hoe 't het beste is, — voor mij en de kinderen. Toe, Bertha.”

Bertha boog het hoofd over haar breiwerk. „Goed,” zei ze gesmoord, „ik zal wel weggaan. Morgen zal ik wel weggaan. Of moet het vandaag nog?”

„Nee, — morgen natuurlijk.”

En, half in de deuropening:

„Dank je.”

Ze zag nog even, hoe oud Bertha’s ronde gezicht opeens leek, — en met een scherpe pijn ging ze naar buiten.

Toen Bertha weg was, de volgende avond, en toen de kinderen in bed lagen, en de heftig begeerde stilte haar omsloot, tintelde in haar vingers het lang-vergeten gevoel van iets te moeten doen, iets te moeten maken. Het gevoel van: de larïge, eenzame uren vruchtbaar te moeten maken.

Ze scharrelde op haar slaapkamer in de lappendoos, in ’t schemer-donker, om de kleine meisjes niet wakker te maken. Ze haalde een warm-wollen lapje te

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.