De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



Hoe was dat wel geweest, toen ze ’s avonds Ientje nog een laatste maaltijd bood, op bed, met Ientje alléén, zonder een pratende stem naast zich, die altijd lief en altijd goedhartig was! Wat voor gulden tijden möesten dat toch wel geweest zijn!

Atie, slim klein vrouwtje, had veel te gauw door, dat haar grote ogen en scheefgehouden kopje bij tante Bertha alle gewenste effect bereikten.

„Tante Betta doosje kijken?”

Want in dat doosje waren de suikerigste kleine pepermuntjes, die Atie ooit gezien had...

Car, instinctief voelend, dat dit niet mócht, dat dit niet goed was voor de kinderen, zei beslist: „Nee, nou heeft Atie het doosje genoeg gezien.” Misschien was haar toon ook wel een beetje korzelig. In elk geval: Atie trok een schattige trillende onderlip.

„Hoe kun je dat doen,” verweet Bertha met haar zacht stem, maar niet zacht genoeg om door de leuke kleine oortjes van Atie niet te worden verstaan, „zo’n klein pepermuntje maar,— en de stumperdjes moeten al zo veel missen!”

Een razende drift sloeg door Car heen. Ze had een ogenblik het gevoel, of ze Bertha bij de zachte, ronde schouders moest beetpakken en haar schudden, schudden. Ze kneep haar handen achter haar rug in elkaar, en zei donker en laag:

„Ze missen niets.”

„Hoe kun je dat nou zeggen, Car.”

Car’s stem schoot ineens uit:

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.