De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



„Ze missen niets! Ze missen niets! Zij niet, maar ik, — omdat iedereen denkt, dat ie zich in mijn dingen mag mengen, als Leo er toch niet is om voor mij op te komen! Had je dat ooit gedurfd, als Leo er nog was?”

„Wat gedurfd? Kind, wat wind je je toch op!” „Wat gedurfd? Zeggen, dat mijn kind wèl een pepermuntje moet hebben, als ik zeg van niet! Dat durven jullie alleen, als er geen man meer is. En het dan gooien op je medelijden met de kinderen. — Atie, kom hier!”

Ze snoot Atie’s neusje, dat nat was van de tranen om die vreemde, luide stem van moeder, om dat rare, boze praten tegen de tante van de lekkere pepermuntjes. Ze nam Atie op haar arm, en draaide zich om, van Bertha af, om de kamer uit te gaan.

Toen kwam de verwijtende stem van Bertha: „Car, beheers je toch om het kind, dat er bij is. Je handelt niet in Leo’s geest.”

Car had nog genoeg besef, om Atie in het kleine kamertje ernaast neer te planten, vóór ze terug ging naar Bertha, en tegenover haar kwam staan, spierwit, met bevende lippen.

„Leo’s geest?”

Zonder geluid zei ze het. Bertha ging er een stap van achteruit.

„Leo’s geest? Handel ik niet in Leo’s geest? Wat weet jij van Leo’s geest, — wat weten jullie allemaal er van? Als iets niet naar je eigen zin is, is het niet

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.