De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



„Mooi,” zei Car, „een 8 voor vlijt en gedrag!”

Ze dacht: „Leo’s zoon.” Leo had zich nooit ingespannen, had alle eerzucht gemist. Zijzelf was een zoet-lief meisje geweest, graag in vrede met de mensen om haar heen, hongerend naar een prijzend woordje.

Het rapport bleef het onderwerp van gesprek, op weg naar huis en aan tafel: hoe juffrouw het had uitgedeeld en wat juffrouw gezegd had, — ze had ook iets tegen hem gezegd, maar hij wist het niet meer uit het hoofd. En de vaders en moeders moesten ook hun naam er onder zetten, dan wist juffrouw meteen hoe of ze het wel vonden.

„Na ’t eten,” beloofde Car, „dan ga ik meteen mijn naam er onder schrijven.”

Ze was doodmoe. Altijd na een wandel-morgen. Het antwoord-geven en eten-opscheppen en tegelijk toezien, of Atie niet knoeide met haar bordje, of Joop niet kieskauwde en of Siem onder zijn verhalen door het eten niet koud liet worden, spande haar meer in dan ze zelf wist. Als Siem weer naar school was, gingen Joop en Atie altijd rusten, en dan ging zij Ientje helpen.

„Denkt u aan uw naam onder het rapport?” vroeg Siem nog weer, toen hij met Maria meeging, tegelijk met de kleintjes, om zijn mond af te laten wassen en zelf zijn handen in zeepschuim te laten verdwijnen, — een ceremonie van elke dag.

Ze was nu alleen in de kamer, ging voor ’t bureautje zitten om te ondertekenen. Grote jongen al, — een


21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.