De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



,,’looffan niet,” echode Atie met een wijs knikje. Nu huilde Joop helemaal. Hij trok driftig aan het riempje, dat op zij uit de wagen hing, zodat de wagen er van schudde.

„U luistert niet eens! U zegt van wèl en van niet, en nou weet ik het helemaal niet!”

„Ik dacht eventjes aan wat anders,” zei ze, beschaamd als een kind. „Torens tot aan de lucht? Nee, onze toren is zowat de hoogste van het hele land, en die is niet tot aan de lucht, hè?”

„Nee,” zei Joop tevreden, en zijn tranen waren net zo gauw weer weg als ze gekomen waren.

„Nee,” schudde Atie haar ernstig toetje, „niet anne lucht, hè?”

Dit mocht ze niet meer doen: de kinderen laten praten, en zelf heel ergens anders zijn. Maar toch deed ze het weer. Want die twee mannen van daarnet hadden haar ogen opengemaakt voor alle mannen, die ze voortaan zou tegenkomen.

Er was er één, die rokend liep te wandelen, en haar aankeek, en zijn sigaar uit de mond nam. Er was een oudere heer, die naar de kinderwagen en de kinderen... en naar de moeder keek, en glimlachte. Er was een fietser, die zijn hoofd naar haar omwendde en een groet in zijn ogen had.

God, waarom, was dat ineens zo geworden? Hadden ze vroeger nooit een sigaar uit de mond genomen, nooit geglimlacht, nooit hun hoofd omgewend? Er kwam een schrik in haar op, een angst, die ze zelf niet begreep.


18

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.