De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



wezen mocht geen verdriet kennen. Ze zag ze, hand in hand, Lydia en haar bruidegom, zwaaiend de gestrengelde handen tussen zich in, met grote stappen over een bloeiend veld.

„Laat het zó blijven!” zeiden haar lippen, zonder dat ze het wist. „Laat het zó blijven!”

Toen een haan begon te kraaien, was ze nog wakker, met dof-schommelende gedachten. In het onwezenlijke daglicht, dat door de gebloemde gordijnen van haar meisjeskamertje ging doordringen, sliep ze pas in.

Daarom vond de morgen van Lydia’s bruiloft Car’s gezicht wit en smalletjes., haar ogen donker-omgeven, haar armen loom en niet gereed tot de strijd.

# #

Lydia was lief, en van een stille gelukzaligheid. Ze zei weinig, maar als haar ogen die van een ander ontmoetten, was er een verre groet tussen hen.

Omdat Car niet gereed was tot de strijd, ontroerde haar die blik, telkens als ze hem opgevangen had. Ze wist niet waarom, maar het zwol in haar keel en het brandde achter haar ogen. Toch kon ze de ogen niet van Lydia afwenden.

De bruid werd gekleed, en er kwam een blijde bedrijvigheid rondom haar. Zó was de bedrijvigheid van het kleden ook geweest rondom Car, — twaalf jaar geleden. Toen was het kleine meisje Lydia bij haar geweest, de hele dag rondom haar, en had



122

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.