De weg alleen

Titel
De weg alleen

Jaar
1949

Pagina's
195



’s Middags haalde haar vriendin de drie kinderen weg; Ientje bleef in haar wiegje op de slaapkamer. Siem hoefde niet naar school, en mocht bij tante Til spelen. Hij vond het heel goed zo.

Toen de vrienden van Leo om haar heen zaten, zwijgend, en die heel jonge collega van hem, Donker, die hem bewonderde als een meester, met de rug tegen de muur geleund z’n tranen stond weg te vegen, kwam een ogenblik de geweldige drang in haar boven om te schreeuwen:

„Wèg! Wèg! Gaan jullie toch wèg allemaal! Kunnen jullie me geen ogenblik met Leo alleen laten?” Maar ze schreeuwde niet. Ze bewoog niet eens. Ze keek alleen maar naar de jongensfiguur van Donker, die op zijn lip beet en zijn hoofd achterover hield om de tranen tegen te houden. Het duurde lang, vóór ze het beeld van de bedroefde jongen in zich opnam, en toen stond ze op en liep naar hem toe.

„Je moet niet huilen, Donker. Het is allemaal niet erg.”

„Het is wèl erg,” fluisterde hij schor.

„Hij is nu niet ziek meer. Hij heeft rust. Dat is toch goed!”

„We kunnen hem niet missen.”

Car dacht: „Ze komen hier om mij te troosten.” Ze beet een lachje weg om die dwaze gedachte, en ging de kamer uit.

# #

#

’s Avonds kwamen haar vader en moeder met de


12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.