0 0
0 Of Klaartje wou? Wat een vraag! 0
0 Wat gelukkig toch, om een oom te hebben, die een deftige IS
0 meneer was en die met den spoortrein te maken had! Morgen 0 0 kwamen er alleen maar menschen bij, die er iets mee te maken 0 0 hadden, — en zij mocht er bij zijn! 13
0 En zij mocht zien, hoe oom in den spoortrein stapte en wegreed! 0
0 Ze kon dien nacht haast niet slapen. Ze stelde zich voor 0 0 hoe zoo'n spoortrein er uit zou zien. Toch zeker met een soort 0 0 paard er voor, anders kon het immers niet vooruit komen! 0 0 Want ze had nog nooit gezien, dat iets zonder paard vooruit kwam. 0 0 Den volgenden morgen kreeg ze haar mooiste kleeren aan. 0
0 De pijpjesbroek, die onder haar geruite rokjes uitkwam, was 0 0 hagelwit en zoo mooi gesteven, alsof hij van papier was. En 0 0 je moet weten, dat ze dat geruite japonnetje alleen bij heel enkele 0 0 gelegenheden aan mocht hebben, want het was haar allerbeste! 0 0 Haar moeder was ook op haar mooist gekleed. Een jurk 0
0 met allemaal bloemetjes en heel wijde rokken, en een leuke hoed, EI 0 die als een kap om haar gezicht gebogen was, zoodat Klaartje, 0 0 als ze opkeek, niets van moeders gezicht te zien kreeg, dan de 0 0 kin met de zwart-fluweelen linten er onder. 0
0 Klaartje had grooten trek om te dansen van plezier. Maar dat 0
0 mochten kleine meisjes toen niet, en het ging ook niet goed 0
0 met die stijve broekspijpjes. 0
0 Toen ze op de plaats waren gekomen, waar de spoortrein 0
0 weg zou gaan, zag Klaartje allemaal meneeren en mevrouwen 0 0 in hun allerbeste kleeren. Er waren maar een paar kinderen 0 0 tusschen. 0
0 Moeder keek even op haar neer en knikte haar toe. 0
0 „Moeder?” vroeg Klaartje. 0
0 „Wat is er, kind?” 0
0 „Wat zit er in die groote, groene tasch, die u draagt.” 0
0 Maar moeder lachte, en zei niets. 0
Opeens, — daar gingen alle menschen achteruit en werden 0
0 heel stil. 0
0 Wat voor een raar geluid was dat daar? 0
0 Wat voor snuiven en zuchten en blazen, alsof er een heele 0
EI 0