Om stil te luisteren

iïlWWWWillWWJJUlïIlllllllSiill       _

0    g

0 boel menschen doodmoe waren en veel te hard geloopen hadden ? H 0    Zou dat het paard zijn    van dien spoortrein?    EI

0    Opeens tilde oom haar    op en zette haar op    zijn    schouder.    0

0 De witte hoed hield hij in zijn ééne hand.    13

13    Toen zag ze iets, waar    ze erg van schrok.    13

13    Er was heelemaal geen    paard voor die wagens!    Er    was    een    13

13 ding vóór, dat van binnen wel in brand leek te staan, en waar 13 13 van boven, met veel gezucht en geblaas, een dikke wolk rook 13 13 uit kwam!    13

13    Klaartje    kreeg grooten zin om te gaan huilen van schrik. Ze 13

13    bleef maar    doodstil    op oom zijn schouder zitten.    13

13    De groote menschen waren ook erg geschrokken. Want er    13

13 waren er bij, die met hun zakdoek hun oogen af veegden. 13 0    Eindelijk zette oom haar neer. Het was tijd voor hem om in    13

13    de wagens    van den    spoortrein te stappen.    13

0    Moeder gaf oom    de groote, groene tasch.    0

0    Oom kuste vader en moeder, maar Klaartje hield hij nog    0

0 altijd bij de hand.    0

0    Toen fluisterde moeder in Klaartje's oor:    0

0    „Zou je graag in den spoortrein rijden?”    0

0    Klaartje wist geen antwoord. Ze was wel wat bang voor den    0

0 spoortrein, maar er in rijden, dat moest wel heerlijk zijn.

0    „Nu?” vroeg oom.    0

0    „Ik weet het niet,” zei Klaartje.    0

0    „Als je graag wilt, mag je met me mee in den spoortrein,    0

0 mee naar de andere stad.”    0

0    Eerst geloofde ze, dat het een grapje was. Maar toen moeder    0

0 zei, dat de groene tasch meegenomen was, omdat haar kleeren 0 0    er in zaten, begon ze het te begrijpen.    0

0    Ja, en toen vergat ze, dat meisjes niet mochten dansen en    0

0 springen, en dat het stijve pijpe-broekje er van zou kreukelen, 0 0    — en ze danste en ze sprong, en ze kuste moeder, en ze kuste 0

0 vader, en ze kuste oom ook, — en toen tilde oom haar in één 0 0 van die rare wagens.    0

0    Een poosje later: zuchten, blazen, bonken, steunen, brieschen,    0

0    — en daar rolde de spoortrein weg!    0

0    0

00 46    0000000000000000000000000000