102
NAPOLEONS LAATSTE LEVENSJAREN
aan Las Cases, dicteerde hij ook — en hij begon daarmee den 7den October — dezelfde periode, namelijk het beleg van Toulon en den veldtocht van Italië, aan Gourgaud.
Dit was de voornaamste bezigheid, waarmee hij de dagen, zoolang de overtocht naar St.-Helena duurde, doorbracht, terwijl het schaak- en vingt-et-un-spelen meer door hem als een afleiding werden beschouwd.
Merkwaardig was het — terwijl de Keizer dezelfde sereene, kalme, ietwat teruggetrokken houding, die hij had aangenomen, toen hij aan boord van de Northumberland kwam, bleef bewaren op te merken, hoe de Engelschen geleidelijk hun gedrag tegenover hem veranderden. Waar zij in den aanvang, zelfs zeer ostentatief, pogingen deden om hem te doen zien, dat zij hem als niets meer dan als een militair met een hoogen rang bekleed, als een generaal, beschouwden, en hem met dien titel aanspraken; niet alleen in zijn tegenwoordigheid hun hoofd gedekt hielden, maar zelfs met opzet hun hoofd dekten, wanneer zij met hem in aanraking kwamen, begonnen zij hem meer en meer een zekeren eerbied te toonen, een zekere sympathie in hun doen en laten tegenover hem te leggen, die men vooral kan verklaren uit den charmee-renden invloed, dien zijn geheele persoonlijkheid uitoefende. Deze invloed was zóó groot, dat kapitein Maitland, die — nadat Napoleon de Bellerophon had verlaten — een onderzoek instelde naar de gevoelens, die zijn equipage ten opzichte van Napoleon koesterde, tot de bekentenis werd gedwongen en als zijn overtuiging uitsprak, dat — men mocht zooveel kwaad van hem vertellen als men wilde — wanneer het Engelsche volk hem zou hebben leeren kennen, zooals hij zich aan hem en aan zijn equipage had voorgedaan, niemand een haar van zijn hoofd zou hebben aangeraakt.
De equipage van de Northumberland had eenzelfde vereering voor hem, een vereering, die zelfs zóóver ging, dat — behalve een groote troepenmacht, die Cockburn inscheepte om een mogelijke muiterij en opstand van zijn manschap ten gunste van Napoleon tegen te gaan, die zich reeds te Plymouth, door een weigering om het anker te lichten, hadden geopenbaard — de admiraal gedwongen was en het raadzaam achtte om, gedurende de overtocht, een schildwacht voor de kamerdeur van Napoleon te plaatsen, ten einde te voorkomen, dat de equipage te veel met hem in aanraking kwam. De houding, die de manschap, gedurende de overtocht verscheidene keeren aannam en