De Portugees-Joodse Arnold Aletrino studeerde medicijnen. In 1886 studeerde hij af en in 1889 promoveerde hij op een proefschrift over de beroepseed van artsen. Hij werd arts bij de brandweer en 10 jaar later, in 1899, lector in de criminele antropologie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam (tegenwoordig UvA). In zijn studententijd kwam hij in aanraking met de Tachtigers, hij raakte bevriend met Lodewijk van Deyssel, Willem Kloos en Frederik van Eeden. In 1886 debuteerde Aletrino in de eerste jaargang van De Nieuwe Gids met zijn verhaal In 't donker.
In 1891 trouwt Aletrino met Rachel Mendes da Costa. Dit huwelijk duurde niet lang, Rachel benam zich in 1897 van het leven. Een jaar later hertrouwde Aletrino met Jupie (voluit: Emilie Julia) van Stockum.
Aletrino schreef met name sombere literatuur. Zijn oeuvre staat in het teken van zijn melancholieke levensmoeheid en zijn angst voor de dood. Maar hij was ook één van de vroegste pleitbezorgers van de homoseksualiteit (uranisme was de term), wat in zijn tijd nogal gewaagd was. Hij stak zijn nek uit voor die 'verachte groepering', zoals destijds tegen homoseksuelen aangekeken werd.
In zijn laatste levensjaren was Aletrino ziek. Hij kreeg morfine toegediend, waar hij aan verslaafd raakte. In 1909 verhuisde hij, met zijn vrouw, naar Chernex-sur-Montreux in Zwitserland, waar hij in 1916 overleed.