Wereldbouw

Titel
Wereldbouw

Jaar
1933

Pagina's
185



XXII

70

THE FLOWERS, THAT BLOOM IN THE SPRING .... *)

O. Land, dat, zo gewolk uw Zon betrekt, Beschaduwd als in siësta slingt, gedekt Door halo*bleke stralen, wijd en zijd Als uit een hemebparasol gespreid:

Ge lijkt, wanneer uw foeji franje’s breid,

Eén bloemgrot, waarvan teer*blauw druipsteen glijd, En als de sneew nog langs de takken rekt,

Dan wit en rood pruimbloesem, die er gekt Bij ’s Winters aftocht. Hier spicht zonder groen,

Het tulpgeboomte’ 2) om menig paviljoen,

Waar ’trose’ als bruigoms stoet, blank voor de bruid, In tchaya’s s) menig minnend paar omsluit,

Dat vlinderlicht in bloememsferen leeft,

Op wajer*zwier chrysanth*gezon doorzweeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.