'En daarvoor laat jij ons in de steek?' 'Ja.'
14. Oorlog
'Sneevliet is vooral gegriefd, omdat je niet voldoende open tegenover hem bent geweest. Ik heb hem geantwoord dat hij veel te onverdraagzaam is tegenover jonge kameraden die hun weg nog willen zoeken. Maar Trotsky had ongelijk toen hij met de rsap brak. Het is geen vastgeroeste partij. Daar waren jullie het bewijs van.'
Zo sprak George Vereeken, een oude vriend van oom Henk die Bep en ik, eind augustus 1959 met vakantie, in Brussel ontmoetten. Hij had er, midden op de dag, zijn café voor gesloten.
Twee dagen later trok Hitier Polen binnen. Stalin deed hetzelfde aan de andere kant van de grens. Hitier en Stalin verdelen Europa, luidde een aanplakbiljet van de rsap.
Als soldaten ingekwartierd op een oude roofridderhoeve in Horssen, in het land van Maas en Waal, waren wij omgeven door één ijsvlakte. Het land was onder water gezet opdat de Duitsers niet zouden kunnen binnenvallen; de kou had er een gestolde massa van gemaakt, die door ijshakkende soldaten moest worden opengebroken. Ik had alleen telefoonwacht, 's nachts. En vertaalde dan artikelen van Trotsky, met de deur op slot. Was de Sovjet-Unie nog een Arbeidersstaat, ondanks Stalin? Moest zij worden verdedigd? Ook als zij zelf aanviel, in het geval van Polen? Of Finland?
'U hebt niet een teveel, maar een tekort aan maagzuur,' stelde de dokter vast in het militair hospitaal te Arnhem. Voordat ik, met een drankje, terug kon gaan naar mijn onderdeel in
52