ken van die verdomde auto's en vooral van vrachtwagens, waarvan de chauffeurs op hun beurt mee-toeterden in het hels lawaai.
Maar wie door een draaideur de Rode Burcht betrad, bevond zich, verrast, in een tientallen meters hoge hal, waar gekleurde lichtbundels, als vormden zij een toneelverlichting, binnenvielen door glas-in-loodramen, waarop vastberaden arbeiders in blauwe overalls fakkels en vlaggen torsten, schouder aan schouder naast de raderen van machtige machines en een fier kraaiende haan. Gegalm van stemmen vermengde zich met het gekets van voetstappen op de marmeren vloer en trappen die vijf verdiepingen hoog wentelden. 'Als je daar af-duvelt/ dacht ik een ogenblik, maar ik hoefde niet verder dan de tweede etage: personeelszaken.
Wat zou ik ook weer zeggen als ik bij Klaas Over-flakkee was? Natuurlijk, de groeten van Bea. Vertellen dat ik kwam solliciteren. Maar dat had ik al geschreven. 'Meneer' had hij mij in zijn uitnodiging genoemd, meneer, gek als je elkaar zo goed kende. Die nacht van oud-en-nieuw, lang geleden, toen Bea en ik verkering kregen, had hij aan haar zij ingehaakt, vertelde ze later. Vreemd dat ik het niet meer wist. Ik schraapte luidruchtig mijn keel, misschien zou hij het horen. Toen klopte ik aan.
Op hetzelfde ogenblik opende Klaas de deur, legde een hand op mijn schouder en leidde me naar binnen. In een oogopslag keek ik of hij veel veranderd was. Vrij lang en schriel van postuur, zodat zijn groen tweedjasje om zijn schouders slobberde. Hij
54