om aan te geven wanneer zij waren gestort om de eeuwig aanrollende golfmassa's te breken. 11.5.51 stond op het blok onder ons.
'Mag ik eens kijken, papa?'
Ik tilde haar met beide handen onder haar okseltjes omhoog. Toen ik haar weer wilde neerzetten, spartelde zij tegen, en vroeg of zij op de verhoogde wal mocht lopen.
'Het is veel te gevaarlijk,' zei ik kortaf.
'Jij doet ook gevaarlijke dingen,' antwoordde ze tot mijn verbazing, en ontsteld vroeg ik mij af hoe ze aan die wijsheid kwam. Zelfs tegenover Bep verzweeg ik tegenwoordig de waaghalzerijen waarin ik mij begaf, en alleen mijn onrust, mijn dromen onthulden soms iets van mijn spanning.
'Zul je me dan stevig vasthouden?'
Katie knikte plechtig, en kneep me in mijn hand.
Voor onze ogen strekte zich de zee uit tot aan de einder. Wij waren al ver voorbij de branding. In de golven dreef dc middagzon mee, een trillende kegel, met de punt naar ons toegekeerd. Aan de horizon voer een schip, los van het water naar het scheen. Ik wees ernaar. 'Een oceaanseboot,' zei ze alleen, en liet het erbij. Dichter bij de kust dobberden vissersschepen als hobbelpaarden. Katie had echter meer aandacht voor wat er beneden haar gebeurde, waar de zee zich in golven tegen de pier stortte, een weg zocht tussen de betonblokken om zich nijdig af te keren of als een regenvlaaguiteen te stuiven, waarbij somsdekleuren van de regenboog zichtbaar werden. We moesten terug. Het werd veel te laat, ik had Bep beloofd niet te lang weg te blijven.
'Nu moetje er heus af,' drong ik aan.
Op dat moment rukte Katie zich los en rende over de
93