conflict met Leonardo zou alles wat ten slotte is bereikt: de mogelijkheid me staande te houden, een verblijfsvergunning te krijgen, mijn gezin te laten komen en, als Jaime ten slotte eens zal komen, hier mee te werken aan de vorming van een Bureau, in gevaar brengen.
Twee maanden in Santiago, zonder Jaime. Er komt een verslag van het Wereldsecretariaat, waarin ik lees dat de langdurige afwezigheid van Sal uit Europa zijn lidmaatschap van het Wereldsecretariaat zinloos heeft gemaakt, in zijn plaats is Pietro Milano gekozen. Martin heeft niet eens de moeite genomen, mij er persoonlijk van in kennis te stellen. Het is al zo verschrikkelijk moeilijk hier, en als ik nu ook niet meer wordt gedekt door de autoriteit van het Wereldsecretariaat weet ik helemaal niet meer waar ik moet blijven.
Diarree, dag-in-dag-uit, put me uit. Enige dagen al lig ik in mijn hotelkamertje. Als ik opsta moet ik overgeven, maar dan wordt er dringend geklopt: Politie, ik moet onmiddellijk op het politiebureau komen. Daar wil men alleen inlichtingen hebben over mijn aanvraag voor een verblijfsvergunning. Ik kan niet antwoorden op alle vragen, zal de volgende dag terugkomen, en word dan vergezeld door Luis, een vriendelijke Chileen, médico, die weet bij wie ik moet zijn. Hij stopt me vol met medicijnen, geeft vitamine b, en zorgt ervoor dat alles nu in orde komt: verblijfsvergunning voor mij, maar ook voor het gezin, dat aanstalten kan maken om naar Santiago te vertrekken. Hoera, schrijf ik aan Bep, hoera, hoera. Jullie zullen je hier best kunnen aanpassen, want de mensen zijn vriendelijk, het land is prachtig, en ik vertel over volksfeesten die hier zijn. En ik voeg eraan toe: 'Martin schreef me dat hij er bij Max geregeld op aandringt, je te bezoeken. Ik heb hem verzocht dat niet meer te doen en hem geschreven dat mensen als Max zo gewichtig zijn, dat ze werkelijk geen minuut van hun kostbare tijd kunnen missen voor dergelijke minderwaardige dingen.
99