Een beetje hatelijk, maar een mens kan niet altijd zwijgen en zijn bitterheid opvreten.
Nu ligt Bep in het ziekenhuis, voor een lichte operatie die zij wilde laten verrichten voor de grote reis naar Santiago. Maar is er wondkoorts bij gekomen, en nadat ik hier drie maanden ben, nog steeds zonder Jaime, schrijft Mien Sneevliet mij: 'Beste jongen, na een angstige zondag doorgemaakt te hebben, ademen we iets vrijer. Nakaarten is niet goed, maar wat zag dat er donker uit. Nu gaat het iets beter, maar volgens dokter en verpleegsters is Bep uiterst zwak, heeft veel koorts. Voor zover ik het kan zien zal ze maanden, misschien zelfs een half jaar nodig hebben om er overheen te komen. Jij zit zo ver weg en kan je natuurlijk geen voorstelling maken hoe het hier zondagavond was. De gehele nacht niet geslapen, en elke stap die ik hoorde in de nacht bonsde mijn hart en dacht ik dat het een boodschap was van het ziekenhuis. Zo'n nacht telt voor jaren, en je bent maar dankbaar als het dag wordt. Vaak heb ik die nacht gezegd: waarom ben jij er niet, Sal. Ik heb geen enkel adres anders als poste restante als er wat was gebeurd (en we zijn er nog niet, Sal). Hoe ben je te bereiken? Voel je niet hoe erg dit alles is? Wat moet ik toch allemaal alleen opknappen. Een moeder die angst heeft haar kind te zullen verliezen eensdeels, anderdeels Oma te zijn en te zorgen dat de kinderen geen spoor van dit verdriet bemerken. Gisteren aan Bep je briefje voorgelezen waarin je wat algemeenheden schreef over Zuid-amerikaanse feesten. Het maakte haar erg verdrietig. Ze zei me: Hoe kan hij aan feest denken terwijl ik hier lig. Zij heeft twee keer gedroomd dat je terug was gekomen. Ik vind dit vanzelfsprekend en goed te verklaren, en een bewijs dat ze steeds met je bezig is in haar gedachten. Ik toddel maar zo veel mogelijk om met de kinderen en houd zoveel mogelijk de gedrukte stemming buiten de deur. Jongen, ik schrijf je spoedig weer. Veel liefs van Moeder en je kinderen.'
ioo