De ijle lucht vermindert het gewicht ervan, en trouwens: arbeidskracht is hier goedkoper dan een eenvoudig transportmiddel. De kin tegen de borst gedrukt, kauwt de man op een blad dat het hongergevoel moet verdrijven. Je kunt ze hier overal zien hangen, aan draden bengelend, de colabladen, het schijnvoedsel en genotmiddel van de Indianen. Kijk, die vrouw daar met een kindje op de rug en een bezem in de hand, veegt de straten, en ook zij kauwt haar honger weg. De toestand hier doet me aan de oorlog denken. Is er suiker in voorraad, dan staan de mensen in de rij voor suiker, of voor thee, of voor sigaretten. Nu eens is er storing in de elektriciteitsvoorziening, dan weer is er geen water.
Diego is een rustige man, fors gebouwd voor een Boliviaan maar wel van hier afkomstig en met Indiaans bloed, misschien van de Aymara's die langer zijn dan de Quecha's. Hij kijkt mij vriendelijk aan en toch somber, hij die door arbeider en arbeidersvrouw op straat eerbiedig wordt begroet als leider van de trotskisten. Als Jaime iets wil zeggen kijkt Diego geërgerd, antwoordt nauwelijks. De partij moet ge-bolsjewiseerd worden, natuurlijk, maar begin er hier eens aan, terwijl het wel lijkt alsof iedereen verlamd is na de revolutie van 9 april 1952. De massa verwacht immers het heil van de mnr, de Movimiento Nacional Revolucionario, die na de revolutie de macht in handen nam en de tinmijnen nationaliseerde. Onder de druk van de mijnwerkers, dat is waar, want de mnr is een kleinburgerlijke beweging, die alleen nationale onafhankelijkheid nastreeft, niet het socialisme. Bijna alle arbeiders en arme boeren zijn georganiseerd in de cob, de Central Obrera Boliviana, met een enorme invloed als vakbeweging, niet als politieke partij. De moeilijkheid is dat haar voornaamste leiders lid zijn van de mnr. Juan Lechin bij voorbeeld, de vroegere mijnwerker, en anderen, sommigen waren zelfs trotskist geweest. Daardoor
91