en van een militaire kaste die de grond moesten beschermen tegen vijandige veroveraars - of zelf veroveraars werden - zou echter een klassenmaatschappij zijn ontstaan. Daar denkt Rosa Luxemburg anders over. In de Einführung in die Nazionalökonomie schrijft zij immers, dat hier sprake is van een ontaarde vorm van het oercommunisme, omdat de ambtenaren en militaire kasten geen bezitters zijn geworden van de grond en het vee, en daarom geen klassen vormen. Ik herinner het mij zeker, want haar opvattingen deden mij denken aan die van Ie Vieux met betrekking tot de Sowjetunie, die hij een ontaarde Arbeidersstaat heeft genoemd, omdat de bureaucratie wel een kaste, maar geen nieuwe klasse is. Ik zal er later toch eens met Martin over spreken. Hij vindt immers haar Akkumulation des Kapitals de sleutel tot het kapitalisme van nu.
Het is niet mogelijk te blijven lezen, zo'n hele dag in de brandende zon. Als ik ben wezen zwemmen kan ik mijn hoopje kleren niet meer vinden, loop van het een naar het ander om er mijn schoenen in te herkennen, of mijn overhemd, en moet wachten tot in de namiddag, wanneer het strand leegloopt, om mijn kleren terug te vinden. Als er in het hotel maar niet om geld wordt gevraagd, want ik krijg het pas maandag, heeft Alfonso mij verteld. Zal ik wachten tot de hoteleigenaar met de rekening naar mij toekomt? Dan stap ik op hem af en vertel hem: 'De bank was gesloten, en ik moest een cheque wisselen, maar maandag zal ik u betalen.' Het is Kerstmis, met sneeuw van watten in de winkeletalages en een brandende zon buiten die je de adem afsnijdt. Een moeder in het hotel lacht vriendelijk tegen mij. Haar dochtertje komt mij een bidprentje brengen, en ik herinner mij de verzuchting van Marx dat Jezus in elk geval een kindervriend was... De gedachte ontspant mij, maar slechts voor een ogenblik. Als Alfonso maandag in godsnaam maar geld heeft. Ik kan geen verhaaltjes blijven verzinnen of langs de portier sluipen. Wat moet er op die ma
78