Max eerst, maar hij kwam met Paul de Groot in botsing die de communistische partij wilde opheffen, en al lukte diens opzet niet, wie het niet met hem eens was geweest deugde niet. Zo werd Max steeds ontvankelijker voor onze ideeën, tot hij lid werd van de Wereldpartij.
Niet alleen hij was naar ons toegekomen, ook Erik Molenaar, die organisatiesecretaris van de cp in de provincie Groningen was geweest, en mét hem een heel groepje. Maar Max had iets tegen Erik, en ik begrijp niet waarom. Natuurlijk, Erik is een activist met weinig kennis van theorie. Dat kun je toch niet van iedereen verlangen? Ik zelf weet ook niet zoveel van de theorie, al denken anderen van wél. Daarom voel ik me helemaal niet zo'n geweldige leider, maar voorlopig gaat het erom de werkelijke ideeën van het communisme, van Lenin en Trotsky, over te dragen aan een nieuwe generatie, die nu nog wordt verpest door het stalinisme, maar waaruit jongeren zullen voortkomen die wél weer echte leiders zullen zijn. In die tussentijd moeten wij het doen, en als het zover is zal ik heus wel plaats maken voor anderen, en wat hindert het trouwens, in de arbeidersbeweging moet iedereen die de revolutie wil dienen toch een taak vinden?
'Jij met je Erik Molenaar,' verwijt Max mij, het lijkt wel of hij jaloers op hem is.
'Hij doet toch goed werk,' antwoord ik, 'hij is actief, zonder hem waren we nog een gesloten groepje.'
'Alsof hij de enige is,' vervolgt Max, 'hij is een halve stalinist in zijn opvattingen. Je moet hem horen brullen op vergaderingen, en het laatste woord is altijd: de partijdiscipline.'
'Die kennen wij toch ook. Na democratische discussie neemt het congres de besluiten, en die moeten dan ook worden uitgevoerd. De stalinisten hebben er een aanfluiting van gemaakt, daar beslist de bureaucratie, en wie het er niet mee eens is, wordt geroyeerd. Dat is bij ons toch niet
45