een antwoord verwachtte. Paul was toen ook in conflict met le Vieux geweest, terwijl hij nu toch een van de leiders van de Wereldpartij was geworden. Schaamde hij zich nog steeds voor die breuk, en wilde hij zich zelf rechtvaardigen?
Op hetzelfde ogenblik werd een stoel bijgeschoven en kwam een oude man bij ons zitten, niet groter dan Paul en zij leken enigszins op elkaar, alleen die ouwe was duidelijk joods, en was Paul dat ook? Ze spraken even vluchtig met elkaar, toen stond de man op en verdween even ongemerkt als hij was gekomen. 'C'est mon père.'
Hoe zou zijn vader de oorlog hebben overleefd? Was het in Frankrijk minder erg geweest dan in Nederland? Aarzelend vroeg ik: 'Tu es juif, nietwaar?'
'Ik ben atheïst,' antwoordde Paul heel beslist, en hij gaf mij het gevoel dat ik daar niet meer over moest spreken. Eigenlijk kon het mij ook geen pest schelen, jood, niet-jood. Als dat verschrikkelijke in de oorlog niet was gebeurd, zou ik er nooit meer aan hebben gedacht. Waarom zouden er bij de Wereldpartij zoveel joden zijn? In het Rusland van voor en tijdens de revolutie leverden zij van alle nationale minderheden het hoogste percentage aan revolutionairen op. Ik had het zelf bij Lenin gelezen, en hij prees ze erom. Later, in 1938, deed le Vieux een beroep op de vooruitstrevende joden in Amerika de revolutionaire beweging te komen versterken, want, zei hij: 'Men kan zich zonder moeite voorstellen welk lot de joden wacht alleen al bij het uitbreken van de komende wereldoorlog. Maar zelfs zonder oorlog betekent een nieuwe ontwikkeling van de wereldreactie met zekerheid de fysieke uitroeiing van de joden.'
Ik wou maar dat ik begreep waarom dit zo was. Als financiers en handelaars hadden de joden hun rol vervuld bij de opkomst van het kapitalisme, en die was nu uitgespeeld, zodat zij als klasse geen wortels meer in de maatschappij hadden. Als klasse overbodig geworden, waren zij ook als
36