ko en Tunesië zijn zo bang voor uitbreiding van de revolutie, dat zij ons tegenover de Fransen in de steek laten. Zij willen een sandwich van ons maken, klaar voor de consumptie. Soms vraag je je wel eens af hoe wij het allemaal nog volhouden, maar er is eenvoudig geen weg terug. Daarvoor hebben we te veel geleden. Dat is de fout die het imperialisme maakt: ze denken ons met terreur klein te krijgen, alsof we geen mensen zijn, alsof onze menselijke waardigheid niet in opstand komt. Maar elk gezin heeft zijn slachtoffers, elk gezin schreeuwt om wraak.'
Ik zou nu graag mijn hand op zijn schouder leggen. Zo is het met mij toch ook. Na wat er in de oorlog met mijn familie is gebeurd kan ik niet meer leven in deze wereld zonder te rebelleren tegen de bestaande orde, die onschuldige mensen uitmoordt als dat zo te pas komt. Onze beweging heeft het trouwens ook niet gemakkelijk gehad. De duizenden, die in de Sowjetunie door Stalin zijn vermoord. De laster, dat de trotskisten fascisten zouden zijn, waardoor je soms het gevoel had te worden verstikt. En ik zeg: 'Op ons kunnen jullie vertrouwen. Wij hebben er net zo voorgestaan. toen Stalin ons wilde breken met de Moskouse processen.'
'Dat weet ik,' antwoordt Ben Ahmed, en nu zwijgen wij allebei.
Na een half uur staan wij weer buiten. Teleurgesteld bestellen we ergens een kop koffie, om te bespreken wat er verder valt te doen. Ik weet het niet, het lijkt wel of mijn kop verstopt is. Hoe moet je er nou aan komen. In de onderwereld, maar daar ken ik niemand, en als het zou lukken is het toch veel te riskant er onbetrouwbare mensen bij te halen. Nee zeggen, dat gaat niet, ze zouden denken dat ik ook al tot het slag behoor dat er zich met smoesjes van afmaakt. 'Ik zal verder mijn best doen,' zeg ik tegen Ahmed, zonder hem aan te zien.
124