ons in een dwangpositie heeft gebracht. De politieke tegenstellingen zijn niet zo scherp, dat zijn aftreden als secretaris gerechtvaardigd zou zijn, maar wij begrijpen niet waarom hij zich niet in Napels wil vestigen.'
'Dat weetje heel goed,' interrumpeert Martin.
'In elk geval willen wij niet dat je aftreedt.'
'Wie is voor Amsterdam?' vraagt Martin voor de tweede keer.
Vijf handen gaan omhoog.
121