delen. Daar is een geregeld contact mogelijk met de antikoloniale bewegingen, die hun leiding meestal in NoordEuropa hebben. In Napels is daar geen denken aan.
Alors, er wordt gestemd. Als er een meerderheid voor Napels is, d'accord; hij kan het niet tegenhouden en zal de discipline niet verbreken, maar niemand kan hem dwingen secretaris van het Wereldsecretariaat te blijven in omstandigheden waaronder hij niet kan werken.
'Dat is chantage,' schreeuwt Jacques. Maar Martin lacht hem uit: 'Chantage? Jullie zijn vrij in je beslissing, alleen ga ik niet mee naar Napels. Dat is mijn goed recht. Jullie hebben een meerderheid, jullie kunnen ook een andere secretaris kiezen.'
De zitting wordt onderbroken voor onderling beraad. Zij verlaten de kamer, terwijl wij blijven zitten. Zij moeten nu overleggen wie secretaris zou kunnen worden in de plaats van Martin. Paul Firelle in geen geval. Hij heeft uitdrukkelijk verklaard dat hij niet bereid is Parijs te verlaten. Jacques Meyerson is, na Martin, zeker de bekwaamste, maar daarmee ben je nog niet zijn waardige vervanger. Wat ook de bekwaamheden van Jacques mogen zijn, en die zijn geweldig, elke nieuwe ontwikkeling in de wereldsituatie heeft Martin het eerst begrepen, en Jacques is hem meestal pas na veel tegenstribbelen gevolgd. Bovendien: secretaris, daar komt nogal wat voor kijken. Voor die functie is Jacques zelfs niet volwassen genoeg. En Pietro? Die zou het al te graag willen, maar hij is iemand van het tweede plan al denkt hij van niet, en voor de Wereldpartij zeker niet aanvaardbaar.
Zwijgend komt Jacques binnen, gevolgd door Paul en Pietro. Zij gaan zitten zonder een woord te zeggen.
'Alors?' vraagt Martin.
Jacques Meyerson spreekt namens de meerderheid, verklaart hij nadrukkelijk: 'Wij protesteren ertegen dat Martin
120