Twee weken bedelaar

Titel
Twee weken bedelaar

Jaar
1900

Pagina's
178



48

Ze zweeg een oogenblik. ’k Hoorde alleen kreuntjes en het zware ronken en snorken der slapers. Maar toen ik een oogenblik lag, begon ze weer:

„Ach God, laten ze me dood vinden. Als ik dood ben, wor ik er uitgedragen. Ze zouen niks geen kwaad van me kunne zeggen. Ik heb nooit iemand een strooi in den weg gelegd. Heb ik wel ? ’k Ben altijd een fatsoendelijke vrouw geweest, ’k Heb nooit gedronken, ’k Ben nooit getrouwd geweest, ’k Heb, toen ik een jonge meid was, gewerkt, ’k Heb één dienst gehad, ’k heb twee diensten gehad, ’k Heb nooit gestolen, ’k Ben nou öp. ’k Kan niet meer. Waar mot ik heen ? Ach God, waar mot ik heen? Laten ze me toch dood vinden op mijn bed...”

Ze sprak nu fluisterend in zich zelve. Ik keek in de schrijnvlam van ’t lampje onder de koekoek. Het was alsof rondom die vlam goudtranen opbiggelden. Soms spetterde een goud spikkeltje met een knetter-geluidje op.

Ik dacht even er aan, hoe ’t zijn zou, indien ’t lot mij niet geplaatst had als den sterkere in den levensstrijd, die ik hier was...

Indien ik dezen avond eens werkelijk mijn geld voor de slaapstee had moeten bedelen... .

Indien dit spel voor mij eens zou zijn, wat het was voor die anderen, de echte, harde, kecn-diep grievende waarheid...

Toen kwam Hij, de Al-Rijke, de Al-Trooster, Hij Tweelingbroeder van den Dood... de Slaap.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.