Schetsen en vertellingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen en vertellingen

Jaar
1974

Pagina's
249



‘Nou Esther je heb me ’n leventje gehad/ lachte Saar om ’t kind op te wekken.

‘Tot an *t end van me dagen/ wenschte moeder.

‘Ze ziet ’r unbeschrieje goed uit/ zei Saar: ‘hoest je nog Es...?’ ‘Nee/ knikte het kind.

‘Wil je wat ete?’ vroeg moeder, de mand opendoend, waarin dikke boterhammen waren - overgebleven van straks.

°k Hèb gegete/ zei ’t kind, zachtjes nog nasnikkend, zenuwhik door ’t lijfje.

Maar de vreugd van het rijden in de trein, maakte het tongetje los, toen de locomotief had gefloten en het ijzer gegrom van de wielen onder den wagen kreunde.

‘Vertél nou is wat... Es... En wat at je ’s middags...?’

‘O.../ vertellend begon het kind, schitterend van oogen, °s middags kregen we zóóveel... zóóveel... Eerst vleesch.. /

‘Elke dag vleesch?’, in formeerde Saar, het gele gezicht dicht bij den schijn van het raam.

‘...Elleke dag... èlleke dag/ blufte Esther: ‘en aardappele en groente... en zóóveel as we maar woue... En dan rijst na in water... of gries... en eens, weet-u, toen de juffrouw jarig was toen-e... toen-e hebbe we taart gehad met sjelij... en om twaalef uur sjokola... En die juffrouw Anna die was zóó lief... zóó lief... Die vertelde van roodkappie en de prinses... En verleje week... toen-e... toen-e kwam de barbier en toen-e werd ’t haar geknipt van Rachel en Betsy en van Rosette en van mijn..

‘En kreeg-ie élke dag om twaalef uur eiere?’ vroeg moeder, die de visie nog had van de lange gedekte tafels met het vele wit en de gezellige regelmaat der eierdopjes naast de borden.

‘... Eiere... en koek... en boterhamme en krentebrood en melk.. / verhaalde het kind... ‘en de juffrouw die at twee eiere... Nou de juffrouw mag wel twee eiere hebbe, nietes moe...? En dan gingen we naar ’t strand, allemaal met ’n emmertje en ’n schoppie en dan maakte we vestinge zóó hoog, nog hooger dan hier en de jonges die liepe met d’r bloote voete in ’t water... maar ik mocht niet om me kliere, zei de juffrouw... en dan moste we ’n half uur gaan slape... gek, hè, moe? ... En we hadde allemaal ’n bed, heelemaal alleen... ... En, o moe, de meid die het is gespookt met ’n beddelaken en

62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.