keuken later alles vertelde: ‘Ik vroeg oom Felix, wat dat is, om op de fles te gaan, en hoe hij dat gedaan had - en ineens waren ze allemaal kwaad, oom Felix het ergst. En nou weet ik nog niet, wat op de fles gaan is. Da, wat is dat - weet jij het, is het erg? Ze hebben mijn tenen bijna stukgetrapt -dus het schijnt iets ergs te zijn.’ En Da lachte tot de tranen haar in de ogen stonden... Trouwens, Da was bij dit bezoek toch wel heel anders dan thuis bij ons, ze trok nu soms zo’n vreemd, streng gezicht. Met datzelfde strenge vreemde gezicht, dat ik niet van haar kende, zei ze effen: ‘Nelly maakt japonnen, en daar verdient ze wel aardig bij.’ O, waren ze daarom zo stil - wanneer moekie naar een goeie naaister vroeg, had Da nooit verteld dat ze een zus had, die zulke prachtige japonnen kon maken. Da was zeker bang, dat het te duur voor moekie zou zijn. ‘Die japon, die je daar aan hebt, heb je ook gemaakt, hè - jammer, dat je mijn jurken niet voor me kunt maken; juffrouw Mijntje maakt ze allemaal zo afschuwelijk lang op de groei. Ik vind korte rokjes zo leuk staan - zoals je daar op het portret staat, dat vind ik een beeldige lengte, zodat je hele benen te zien komen.’ ‘Dat is een maskeradepakkie,’ viel Da weer in met het effen gezicht, dat me niet erg aan haar beviel, ‘dan lopen ze allemaal zo gek erbij.’
Nelly was verlegen geworden - ik wist er alles van, van verlegen-worden en zo, dus ik zag het aan anderen ook direct. Raar waren grote mensen toch altijd - al leken ze verder nog zo lief. Plotseling zei de papegaai: ‘Loop naar de ver...s’, zo duidelijk als een ouwe dronken vent. ‘Is dat ook erg duur, zo’n papegaai?’ wilde ik weten, ‘hij spreekt mooi duidelijk - leuk zou dat zijn, wanneer er visite is bij ons thuis en zo’n dier zou zoiets grappigs zeggen, ze zouden zich dood schrikken.’ Luid en smakelijk herhaalde ik de verwensing: ‘Loop naar de ver...s’. ‘Zou je hem uittekenen kunnen ?’ vroeg Nelly, ‘Da heeft me verteld, dat je zo mooi teke-
42