Auteur /Mary Dorna

Mary Jeanette Stoppelman, zoals haar naam volgens de Burgerlijke Stand luidde, groeide op in Amsterdam en Arnhem. Ze kon niet zo goed opschieten met haar vader en verafschuwde het burgerlijk milieu van haar ouders. Na een mislukte schoolcarrière op de HBS en een particuliere school ging ze naar de kunstnijverheidsschool aan de Groenburgwal in Amsterdam. Daar was ze meer op haar plaats.
In de zomer van 1910 leert ze de Engelsman Felix Gabriel Bowers kennen. Ze trouwt met hem en vertrekt naar Zuid-Amerika. Ze is ongelukkig en vlucht naar Nederland. Haar vader stuurt haar terug. Op Mary’s verzoek verhuizen de Bowers naar Düsseldorf. Daar neemt ze opnieuw de benen en duikt onder in een volkswijk, waar ze als schildersmodel een karig loon bijeen schraapt. Daar ontmoet ze haar tweede man, Bruno Wille. Na de Eerste Wereldoorlog gaan Mary en Bruno samenwonen in Amsterdam. De broer van Bruno daagt haar uit tot schrijven en vanaf 1926 verschijnen haar eerste cursiefjes in kranten en tijdschriften. Later volgen de bundels.
De relatie met Bruno verslechtert en Mary ontmoet haar derde man, Henk Tenkink. In 1933 gaat ze met hem samenwonen en publiceert ze voor het eerst onder het pseudoniem Mary Dorna. Ze trouwen in 1939. In 1941 verschijnt haar laatste bundel *Mijn oom Ricardo*. Mary overleeft de oorlog, net als haar zusje, maar zal nooit meer de oude worden. Ze is gedurende enige tijd opgenomen op de psychiatrische afdeling van het Wilhelmina Gasthuis. In 1968 overlijdt haar man. Zelf sterft ze in 1971 na een hersenbloeding. Ze is dan al tien jaar blind.
Mary Dorna was een voorbeeld voor schrijvers als Annie M.G. Schmidt en Simon Carmiggelt.