De knaap kleurde even, maar schikte zich op bijna engelachtige manier in z’n lot, terwijl zijn zorgzame moeder nauwkeurig z’n ponyhaar rangschikte, dat een beetje in de war geraakt was. Zelfs de vis, of wat ervoor doorging, werd deze Eelco geweigerd, een instrument van hardgeel en groen gesprenkeld gummi door een man gedemonstreerd, die er met alle kracht op blies en het fabeldier voor de somma van tien cent reeds wilde afstaan.
‘O, Mams, een fluitkikker, mag ik hem alstublieft?’ smeekte het jongetje met een overslaand stemmetje. ‘Ja, Mams ?’ voegde hij er nog wel de vereiste twee woorden bij.
‘Ba, dat is vies,’ stelde Mams vast, ‘je kunt thuis toch met je Libertykameel spelen,’ voegde zij er ietwat luider aan toe, ‘of heb je al genoeg van je gestileerd kameel ?’
‘Neen, Mams,’ ontkende de kleine heilige.
En nog eens onderzocht ik, of er werkelijk geen prijs aan hem hing. Misschien wel fl 490, - met passend antwoor-den-mechaniek, volmaakt functionerend.
Ondertussen speelde zich op het terras het gebruikelijke fleurige gedoe af: haveloze mannen boden tijdschriften aan, waarvan de namen op een zekere levensblijheid wezen en de inhoud voor het vlug tevreden gestelde, naïeve gemoed der argeloze lezers sprak, die zich op het voorname terras bevonden. Een prettig verschijnsel, dat me leerde, hoe echte gedistingeerde deftigheid geenszins argeloze tevreden naïveteit des geestes uitsluit. Langgestrekte gestroomlijnde auto’s reden af en toe aan en de kleine schooiers vochten erom de deuren open en toe te maken, om op deze manier een penningske te verdienen.
Edoch - er scheen die dag iets met de penningskes te haperen. De lome lentedag had beurzen en harten traag gemaakt, en in plaats dat de jeugdige teleurgestelden zich op de schriele eigenaars der auto’s wreekten, koelden zij hun spijtigheid - zoals dit meer gaat -- op een totaal onschul
150